Het jaar van de gerichte aandacht is drie weken onderweg, tijd voor een update.
De oorspronkelijke plannen zijn nog grotendeels intact. Mijn mobiel is nog steeds een feedloos apparaat, ik pak mijn iPad en laptop alleen intentioneel op, en ik lees maximaal één fictieboek en verdiep me in één onderwerp tegelijk. Alleen al die paar stappen hebben bizar veel ruimte gecreëerd. De vanzelfsprekendheid van iets hebben om mijn tijd op te vullen is compleet weggevallen. Zodra ik in het weekend opsta of na het avondeten op de bank ga zitten, wacht mij slechts een heerlijke leegte.
Soms blijf ik een tijdje in die leegte hangen. Ik staar wat voor me uit, het liefst naar buiten. Vanochtend vloog een halsbandparkiet ons balkon op die acrobatische toeren uithaalde in een poging onze buitenlampjes te plukken. Twee duiven deden een paringsdans in de vrieskou. De overbuurjongen liep in z’n badjas een sigaret in z’n mond naar buiten om de hond uit te laten, terwijl herinneringen aan de afgelopen week een wandelingetje door mijn hoofd maakten. Ik voelde een vage onrust in m’n lijf en ging op zoek naar waar die zich precies bevond. Zoveel te zien, denken, voelen.
Het leven voelt wat intenser en niet alleen in positieve zin. Ik heb niets om me achter te verstoppen tegen stress, blijdschap, boosheid, zenuwen. Tegelijkertijd voel ik me buigzamer. Ik ben misschien extra uit het veld geslagen, maar omdat ik de ruimte heb om dat te voelen, kom ik ook daar ook sneller doorheen en kan ik weer verder.
Verder vult de leegte zich regelmatig, maar, zoals de bedoeling was, met dingen waarmee ik ‘m wil vullen. Ik heb Four Thousand Weeks uitgelezen, ben een heel eind in East of Eden en ik ben begonnen in een nieuw boek in het kader van het jaarthema: How to Do Nothing. Het is heerlijk om de tijd te nemen voor boeken en niet overhaast van het ene in het andere te vallen.
Taken voelen minder als dingen die in de weg zitten, want de eeuwigheid wacht niet meer aan de andere kant ongeduldig tot ik klaar ben. En dingen die ik graag wil doen (wandelen, schrijven, de was ophangen) hoeven niet meer geforceerd op m’n takenlijst (waardoor ze als nóg weer een verplichting voelen) omdat ik ze al vanzelf doe in alle ontstane ruimte.
Wordt vervolgd…