Een padvinder

Westermarkt

Het was een niet al te koude woensdag 6 maart en ik liep op de Schiphollaan. Ik werkte dagen van vijf uur omdat ik overspannen was geweest, dus de middagen waren onbeschreven bladen. Meestal vulden die zich met wat rommelen op m’n computer of klusjes in huis, maar vandaag dreven mijn voeten me naar de Westermarkt. De straten van Japanse steden zijn perfect om urenlang doorheen te slenteren, vertelde iemand me eens. Ik had het gedaan, maar besloot nu dat de straten van Tilburg toch superieur waren. Elke paar honderd meter een nieuwe wereld. De keurig opgeknapte rijtjeshuizen aan de Indigolaan met zicht op het Wandelbos, hier en daar een verdwaalde villa in blokkig jaren ’60-ontwerp. Kinderboerderij, buurtcentrum, grote grijze flats met op de zijkant een extra vrolijke schildering, spelende kinderen ertussen. Een balkon met omgekeerde Nederlandse vlag, een balkon met Palestijnse vlag. Een balkon met honderd gekleurde bloempotten zonder een enkele bloem erin.

Na de Schiphollaan kwam de Westermarkt. Mijn voornaamste bestemming was de tweedehands boekwinkel, waar ik een uur en twintig minuten doorbracht. Ik vond Kitchen van Banana Yoshimoto voor tweeënhalve euro en verklaarde mijn tocht geslaagd. Ik nam ook een boek van Murakami mee en begon toch te twijfelen of ik niet stiekem liever in de straten van Japan had gelopen. Omdat ik dat nu toch al met één been deed, besloot ik ook maar meteen naar de toko te gaan. Ik stond een kwartier voor het schap met noedels en schaamde me diep toen ik uiteindelijk een hele lading Japanse producten afrekende. Ik stelde me voor dat de caissière me zwaar veroordeelde - weer zo’n weeb - maar hij leek vooral in beslag genomen door het zo snel mogelijk afrekenen van mijn boodschappen zodat hij weer terug kon naar zijn telefoon. Ik had veel zin om een döner te eten en melancholisch uit het raam te staren op het Paletplein, maar toen ik daar aankwam was Het Eethuis dicht en ik had geen zin in friet. De noedels die ik zo zorgvuldig had uitgekozen waren uiteindelijk iets te pittig.